Ouders van nu: hoe combineren zij werk, gezin en vrije tijd?

Wie zijn de ouders van nu en hoe balanceren zij in 2022 tussen werk, gezin en vrije tijd? Dat was het uitgangspunt van nieuw onderzoek door CHOICE insight + strategy. Het onderzoek laat zien hoe ouders het ouderschap ervaren en hoe dat is veranderd ten opzichte van 7 jaar geleden. Ook in 2015 werd het onderzoek namelijk al eens uitgevoerd.

Wie zijn de Ouders van Nu?

De ouders van nu hebben gemiddeld 1,55 kinderen. Daarvan werden bijna 180.000 baby’s geboren in 2021 en in 23% van de gevallen hebben de kinderen maar één ouder. Mannen zijn met gemiddeld 32,8 jaar net iets ouder dan vrouwen (31,6 jaar) als ze kinderen krijgen (bron: CBS).

In dit onderzoek zijn drie groepen ouders te herkennen:

• Beschermend en voorbereidend: deze ouders tonen bovenmatige interesse in gezondheid en veiligheid. Van deze groep is 55% zwanger van het eerste kind. 64% van deze groep is hoger opgeleid. Gemiddeld is deze groep 32,1 jaar oud. 
• Overweldigend: deze ouders hebben van huis uit veel regels meegekregen. Zelf willen ouders juist zelfvertrouwen aan hun kinderen meegeven (88%). 71% van deze groep heeft minimaal 1 kind, 69% is hoger opgeleid en gemiddeld is de groep 32,7 jaar oud.
• Ambitieus en groen: de ambitieuze en groene ouders hebben veel interesse in klimaat en recycling. Maar liefst 79% is hoger opgeleid, 63% heeft 1 kind en gemiddeld zijn de ouders 32,9 jaar oud.

Zo ervaren ouders het ouderschap

Gevraagd naar de effecten van hun ouderschap noemen de ouders vooral verantwoordelijkheid (75%). Daarnaast heeft het ouderschap relatief veel effect op het ervaren van geluk (66%), trots (47%) en plezier (26%).

Andersom heeft het ouderschap voor 18% van de ouders effect op zorgen, voor 17% op vermoeidheid en voor 16% op zingeving. 97% ervaart geen zelfvertrouwen als effect van het ouderschap.

De ouders geven zichzelf in 2% van de gevallen een onvoldoende als ouder, hetzelfde percentage als in 2015. Maar liefst 48% geeft zichzelf een voldoende (33% in 2015) en 49% schat zichzelf in als (zeer) goed (65% in 2015). Wat dat betreft lijkt de tevredenheid iets gedaald, van vooral ‘(zeer) goed’ naar ‘voldoende’. 

Opvallend is verder dat 81% van de ouders zelfvertrouwen meegeeft aan de kinderen (29% kreeg dit zelf), dat 20% van de ouders duidelijke regels meegeeft aan de kinderen (42% kreeg dit zelf) en dat ouders gemiddeld 37% meer tevreden zijn over het ouderschap van hun partner dan over dat van zichzelf.

Wat ouders vooral niet willen doen

Gevraagd naar wat aanstaande ouders vooral niet willen doen met hun kinderen geven ze aan geen smartphone te willen geven om de kinderen zoet te houden (72%, dat was 84% in 2015), geen speelgoed te kopen waar de ouders zelf niet achter staan (61%, dat was 74% in 2015) en geen producten in de winkel te kopen waar het kind om vraagt (53%, dat was 68% in 2015). 

Ook het delen van foto’s van kinderen op social media (49%), aparte maaltijden koken voor de kinderen (48%) en meer kleding kopen voor kinderen dan voor zichzelf (11%) blijken populair als het gaat om wat niet te willen doen.

Ondanks de goede voornemens blijkt dat ouders vooral meer kleding voor de kinderen kopen dan voor zichzelf (47%, dat was 55% in 2015), een smartphone geven om de kinderen zoet te houden (38%, dat was 34% in 2015) en rekening houden met de wensen van de kinderen bij het winkelen (19%, dat was 21% in 2015).

Het kopen van ‘fout’ speelgoed, apart koken voor het kind en zonder make-up de deur uit gaan, doen ouders inderdaad relatief weinig. Het lijkt makkelijker om daaraan vast te houden.

Meer tijd voor werk en de eigen carrière…

Het valt op dat ouders meer tijd besteden aan werk dan in 2015. Maar liefst 52% van de ouders besteedt tussen een derde en twee derde van alle beschikbare tijd aan het werkzame leven. Dat was in 2015 nog maar 39%.

Van de ouders die meer dan 33 uur per week werken zou maar liefst 67% liever minder werken. Ten opzichte van 2015 vinden ouders het salaris bovendien zo’n 30% belangrijker.

…met hulp van de kinderopvang

Zowel het kinderdagverblijf, de grootouders als de buitenschoolse opvang zijn populairder dan in 2015. Maar liefst 63% van de ouders brengt de kinderen naar een kinderdagverblijf (dat was 43% in 2015), 60% brengt de kinderen naar de grootouders (dat was 55% in 2015) en 15% van de ouders kiest voor de buitenschoolse opvang (dat was 5% in 2015). 

Ouders zijn positiever over de kinderopvang en voelen zich daarover minder schuldig dan in 2015. Met gemiddeld 2,7 dagen opvang ten opzichte van 2,5 dagen in 2015 wordt er slechts iets meer gebruik van gemaakt in absolute dagen.

Minder tijd voor aankopen en vrije tijd

Uit het onderzoek blijkt dat ouders sinds de zwangerschap of geboorte vooral minder:

• Winkelen (76%, dat was 70% in 2015)
• Sociale afspraken hebben (76%, dat was 70% in 2015)
• Sporten (75%, dat was 70% in 2015)
• Tijd hebben voor persoonlijke verzorging (61%, dat was 53% in 2015)
• Uitstapjes doen (51%, dat was 55% in 2015)
• Gezond eten (24%, dat was 9% in 2015)

Zo’n 36% van de ouders heeft geen nieuwe vriendschappen gemaakt (dat was 28% in 2015). Hier staat tegenover dat 41% geen tijd heeft om vriendschappen te onderhouden, terwijl dat in 2015 nog 46% was.

Mediagebruik door de ouders van nu

De grootste stijging in mediagebruik geldt voor apps (69% ten opzichte van 42% in 2015), streamingdiensten (60% ten opzichte van onbekend in 2015) en tijdschriften (34% ten opzichte van 22% in 2015). 

Ze gebruiken ondertussen vooral websites (74%), apps (69%) en streamingdiensten (60%) om media te consumeren. Zo’n 70% geeft aan vooral op zoek te zijn naar meer informatie over voeding, iets dat in 2015 nog 59% was.

Bij het gebruik van media geeft 34% van de ouders aan het best bereikt te worden door gepersonaliseerde advertenties. Dat was in 2015 nog 24%, dus relevante, gepersonaliseerde advertenties lijken zich bij steeds meer ouders te bewijzen.